Rondom de Mont Blanc – een epische trektocht

We verzamelen om 8.30 uur bij Notre-Dame-de-la-Gorge in Les Contamines. Na een rustige warming-up in de vallei beginnen we aan een lange klim langs een oude Romeinse weg die ons naar de Col du Bonhomme op 2329 meter brengt. De oversteek naar de Col de la Croix du Bonhomme en de beklimming van de Col des Fours, met een hoogte van 2665 meter, belonen ons met adembenemende uitzichten en brengen ons naar het meest ongerepte deel van de Tour du Mont-Blanc.

Daarna dalen we af naar de Vallée des Glaciers, een stille en afgelegen vallei aan de voet van de imposante Aiguille des Glaciers. We overnachten in een van de weinige chalets in de vallei, midden in de rust en stilte van het hooggebergte.

Op de tweede dag klimmen we naar de Col de la Seigne, op 2516 meter hoogte, waar we de grens oversteken tussen Frankrijk en Italië. Bij het oversteken van de pas opent zich een nieuw decor: de spectaculaire Italiaanse kant van de Mont Blanc ontvouwt zich terwijl we afdalen in de indrukwekkende Val Vény.

Vanaf het melkwitte Lac Combal stijgt het pad opnieuw naar de bergweiden van Arp Veille, waar we getrakteerd worden op indrukwekkende panorama’s over de zuidflanken van het massief.

Na een lange afdaling bereiken we het levendige bergstadje Courmayeur, waar we de nacht doorbrengen in een comfortabel hotel, klaar voor het volgende hoofdstuk van onze tocht.

Dit is de langste dag van onze expeditie, maar ook een van de meest indrukwekkende.

Vanuit Courmayeur klimmen we geleidelijk door een geurig lariksbos naar de berghut Bertone, op 1989 meter hoogte. Daar nemen we een korte pauze met een prachtig uitzicht over de vallei.

Vervolgens volgen we een panoramisch pad dat zich als een balkon uitstrekt langs de flanken van het massief, met adembenemende zichten op de Grandes Jorasses en de gletsjers van de Italiaanse kant van de Mont Blanc. We bereiken de iconische Bonatti-hut en zetten onze tocht voort naar de Petit Col Ferret, op 2486 meter, waar we de grens oversteken en Zwitserland binnenwandelen.

Een lange, geleidelijke afdaling door weiden en bossen brengt ons naar het charmante bergdorpje La Fouly, gelegen in het Zwitserse Val Ferret. We arriveren in de late namiddag bij de gîte, waar we kunnen ontspannen en genieten van een gezellige avond en een welverdiende nachtrust.

We doorkruisen het Zwitserse Val Ferret, een vredige vallei bezaaid met kleine gehuchten waar de traditionele bergarchitectuur prachtig bewaard is gebleven. Het pad leidt ons langzaam naar het dorpje Issert, op 1050 meter hoogte.

Van daaruit klimmen we verder naar Champex-Lac, een charmante alpenplaats aan de rand van een helderblauw bergmeer, gelegen op 1450 meter. Na een korte pauze vervolgen we onze weg met een laatste klim naar panoramische bergweiden in een prachtige en afgelegen vallei.

Hier overnachten we in het Relais d’Arpette, omringd door rust, natuur en een uitzicht dat je niet snel vergeet.

Op deze laatste dag wacht ons een spectaculaire afsluiter. We beginnen met de beklimming van de fenêtre d'Arpette, een ruige en indrukwekkende bergpas op 2665 meter hoogte. Boven wacht een adembenemend uitzicht over de gletsjer van Trient en de omliggende toppen.

Daarna volgt een lange afdaling naar de Relais du Trient, een plek waar we even op adem kunnen komen in de Zwitserse bergen. We vervolgen onze route richting Frankrijk via de Col de Balme, waar het landschap langzaam weer zachter wordt.

De tocht eindigt met een directe afdaling naar Vallorcine, een rustig bergdorpje waar ons avontuur tot zijn einde komt.

De expeditie eindigt rond 16.00 uur, met volle benen en een hoofd vol herinneringen.